Veelgestelde vragen over gladheidsbestrijding

Iedereen moet in principe binnen 350 meter een gestrooide weg kunnen bereiken. De volgende wegen worden gestrooid:

  • de belangrijkste doorgaande auto- en fietsroutes
  • ontsluitingswegen: drukke wegen om de wijk uit te komen
  • routes die hulpdiensten en bussen gebruiken
  • bruggen.

Deze routes hebben eerste prioriteit. Daarnaast zijn er plekken die extra aandacht vragen, zoals:

  • toegangswegen naar bushaltes
  • verzorgings- en bejaardenhuizen
  • scholen
  • winkelcentra
  • andere belangrijke inritten

Deze plekken worden gestrooid als het weer het toelaat. 

Als het kan en nodig is, worden daarna ook andere drukkere wegen en fietspaden gestrooid.

De gemeente strooit niet:

  • Op plaatsen waar de strooiwagens niet kunnen komen.
  • Op plaatsen waar heel weinig verkeer rijdt: het strooizout werkt het beste als het stuk gereden wordt door wrijving met (auto)banden. Het zoutmengsel kleeft op het wegdek en dit voorkomt gladheid.

De gemeente strooit voordat het glad wordt. De voordelen hiervan zijn:

  • hogere verkeersveiligheid
  • minder zoutgebruik door de nat-zout-methode: dit is beter voor het milieu en het bespaart kosten
  • betere inzet van personeel en geld

Bij ijzel en sneeuw wordt ook gestrooid als het al glad is.
Bij sneeuwval zet de gemeente ook sneeuwschuivers in.

Bij nat strooien wordt het zout vermengd met water over de weg gestrooid. Dit heeft 2 voordelen:

  • Het zout waait niet meer weg en bestrijdt de gladheid beter.
  • De strooiwagen kan gerichter strooien. Er belandt minder zout in de berm en in het grondwater. Dat is beter voor het milieu en de bermbegroeiing.

De gemeente bepaalt dit samen met en op basis van de volgende bronnen:

  • De weerkamer van Meteoconsult. De coördinator gladheidsbestrijding houdt direct contact met de weerkamer over te de verwachten gladheid. De weerkamer geeft ook een melding naar de coördinator gladheidsbestrijding als er sneeuw verwacht wordt.
  • Melding van gladheid door politie Hollands Midden.
  • Strooimelding van de provincie Zuid-Holland.
  • Eigen waarneming door de coördinator gladheidsbestrijding. 

Het is belangrijk dat de route eerst met de nat-zout methode wordt gestrooid. Dit voorkomt het vastrijden van de sneeuw aan het wegdek. De strooiauto’s van de hoofdrijbanen en de fietspaden worden dan voorzien van sneeuwploegen. De weg en het fietspad worden zo sneeuwvrij gemaakt en gestrooid.

Veel sneeuw

Valt er veel sneeuw, dan is er sprake van een extreme situatie. Het verkeer loopt in de meeste gevallen vast. Met sneeuwploegen wordt geprobeerd de verbindingsroutes zoveel mogelijk sneeuwvrij te houden.
Het heeft weinig zin om sneeuw te ruimen in woonstraten of buurten. De sneeuwploeg heeft een werkbreedte van 2 à 3 meter en zet de sneeuw op ruggen langs de kant van de weg. Dit kan problemen opleveren met geparkeerde auto’s, het oversteken, enzovoort.
Daarnaast maken obstakels als paaltjes, verkeersdrempels of wisselend wegdek het werk moeilijk.
Daarom wordt de sneeuw niet overal weggeschoven.

De hoofdfietsroutes worden gestrooid. Houd u er rekening mee dat uw fietsroute niet helemaal gestrooid is. Wees altijd voorzichtig als u bij (aangekondigde) gladheid gaat fietsen.

Wandel- en winkelgebieden worden na het afronden van de strooiroutes meegenomen als er nog tijd is en het weer dit toelaat. Eerst worden belangrijke (hoofd)wegen en fietspaden gestrooid. Als er daarna nog tijd is, worden deze plaatsen gestrooid (in deze volgorde):

  • bruggen die niet in de primaire route zijn gestrooid
  • fietsdoorgangen en oversteekplaatsen van hoofdroutes
  • bushaltes
  • verzorgingshuizen
  • winkelgebieden
  • rond buurthuizen en dienstencentra
  • rond scholen (geen schoolpleinen of opritten)
  • rond kinderopvanglocaties en crèches.

De gemeente strooit alleen op hoofdroutes en wegen om de wijk in en uit te rijden.

  • De strooiwagens zijn te zwaar om op de stoep te rijden.
  • De strooiwagens zijn te breed om op de stoep te rijden.
  • Door lichtmasten, banken en afvalbakken kan nooit de hele stoep worden gestrooid.
  • Stoepen moeten handmatig worden gestrooid en hier is niet genoeg mankracht voor.

U kunt een handje helpen door in uw eigen straat te strooien. Als u daarbij de stoep voor uw huis veegt en ook die van een (minder valide) buur, voorkomt u valpartijen in uw straat.

Alle inwoners mogen per huishouden 1 emmer strooizout ophalen bij de milieustraat.

De gemeente ontvangt informatie van:

  • Meteoconsult
  • politie Hollands Midden
  • provincie Zuid-Holland

en op basis van:

  • temperatuur
  • wind
  • vochtigheid
  • eigen waarneming

bepaalt de coördinator gladheidsbestrijding of er gestrooid moet worden.

Op een droog wegdek ziet u het witte zout liggen als er gestrooid is. Bij ijzel en sneeuwval is dit niet te zien. Let extra goed op als u de weg op gaat en gladheid is aangekondigd.

De gemeente heeft goed contact met hulpverleningsdiensten en openbaar vervoerbedrijven. De hulpverleners weten waar de gemeente strooit en ook de busmaatschappijen weten welke routes de gemeente strooit.

Zolang het niet te gevaarlijk is om met de vuilniswagens te rijden, wordt uw huisafval opgehaald. Als de vuilniswagens niet rijden informeert de gemeente u via de website en lokale kranten over andere aanbiedlocaties voor huishoudelijk afval in de buurt of een vervangende inzameldag.

Het gladheidsbestrijdingsplan kunt u hier digitaal inzien:

Het kan soms voorkomen dat de gemeente van de in het uitvoeringsplan beschreven routes afwijkt. Ook worden de strooiroutes regelmatig verbeterd.

De gemeente strooit alleen de openbare weg. Wilt u uw (bedrijfs)terrein laten strooien, dan kunt u hiervoor een bedrijf inschakelen. In onze regio kunt u bijvoorbeeld aannemersbedrijf Jonker uit Rijnsburg en Heemskerk straatreiniging uit Noordwijkerhout benaderen.

De gemeente neemt meldingen over gladheid altijd serieus. De gladheidscoördinator toetst deze aan de voor onze gemeente vastgestelde aanpak van gladheid.